30 juli 2021
Een maand geleden schakelden ruim 200 mensen op 29 juni 2021 voor de online bijeenkomst van het Nationaal Farmaceutisch Kenniscentrum (NFKC) over de ontwikkeling van geneesmiddelen binnen de academische wereld. Op de bijeenkomst werd Medicijn voor de Maatschappij vertegenwoordigd door Marleen Kemper. De rode draad: geen onderlinge competitie, maar samenwerken en uitwisselen van kennis en vaardigheden.
Ziekenhuisapotheker Kemper vertelde over de projecten die tot nu toe gerealiseerd zijn door het kennisplatform, en hoe het platform Medicijn voor Maatschappij (MvdM) de beschikbaarheid van geneesmiddelen voor zeldzame ziekten verbetert. Apotheekbereidingen hebben een grote rol hierin en dit lichtte zij toe aan de hand van mexiletine. Dit middel tegen non-dystrofische myotonie is momenteel niet beschikbaar in Nederland en verschillende apotheken in Nederland bereiden nu zelf mexiletinecapsules. Maar apotheekbereidingen zijn niet altijd mogelijk, gaf ze aan. Het platform onderzoekt hierom ook andere routes voor het duurzaam beschikbaar maken van geneesmiddelen. Marleen benadrukte dat MvdM dit niet alleen kan en dat ze wil samenwerken. Het platform is daarom op zoek naar partijen om samen geneesmiddelen tegen zeldzame ziekten beschikbaar te maken, kennis te delen en projecten op te zetten of te ondersteunen. Het platform is daarvoor op zoek naar samenwerkingspartners met verschillende partijen uit het veld zoals andere universitaire medische centra, apothekers, overheidsinstanties, verzekeraars en de farmaceutische industrie.
Prijsmodel
Extra aandacht is er voor het prijsmodel van mexiletine, het laatst gerealiseerde project van MvdM door promovendus en MvdM-coördinator Sibren van de Berg <link opnemen: Fatsoenlijke prijs voor opnieuw geregistreerde medicijnen – Medicijn voor de Maatschappij>. Teun van Gelder (internist en klinisch farmacoloog van het LUMC) en Reinout Schellekens (A15 Apotheek), beiden ook spreker op de bijeenkomst, vinden het interessant te onderzoeken in hoeverre het prijsmodel geschikt is voor de prijsberekening van de geneesmiddelen die door het LUMC en de A15 Apotheek worden geproduceerd. Vooral de transparantie die het rekenmodel biedt, vinden ze interessant.
Regulering
Marjon Pasmooij van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) was ook aanwezig bij de bijeenkomst. Zij coördineert binnen het CBG het Nederlandse deel van het Europese STARS-project, dat een brug wil slaan tussen de academie en regulerende instanties. Geneesmiddelonderzoekers in de academie hebben te weinig kennis over de eisen die regulerende instanties stellen, stelt ze. Zo weten ze vaak niet dat het CBG al in vroeg stadium wetenschappelijk advies op maat kan geven over de ontwikkeling en registratie van een geneesmiddel. Geneesmiddelen waarvoor al in vroeg stadium om wetenschappelijk advies is gevraagd, hebben een grotere kans om uiteindelijk geregistreerd te worden. Pasmooij vertelt dat samenwerking tussen de regelgevende instanties en de academie ertoe bij kan dragen dat meer nieuwe behandelingen de patiënt bereiken.
Symbiotisch
Reinout Schellekens schetst ook de noodzaak om academische geneesmiddelen te registreren om te voorkomen dat farmaceutische bedrijven het geneesmiddel uiteindelijk kunnen ‘kapen’. Het registratiedossier zou vanuit één centrum kunnen worden opgebouwd en het product zou dan vervolgens door meerdere apotheken geproduceerd kunnen worden. Het NFKC en Apotheek A15 hebben een samenwerking opgericht om dit te kunnen realiseren.
Alle sprekers op het symposium zijn tegen het idee van onderlinge competitie met de projecten die vanuit ieders platform wordt opgezet. Carla Vos, hoofd Kennis & Beleid bij de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen, beschreef een symbiotisch model van innovatie tussen academie en de farmaceutische industrie waar kennis en vaardigheden uitgewisseld kunnen worden. Op deze manier kunnen de initiatieven vanuit de academie complementair zijn aan die van de farmaceutische industrie.