3 juni 2021
Ruim 160 mensen (vanuit onder meer ziekenhuizen, zorgverzekeraars, het ministerie van VWS en farmaceutische bedrijven) schakelden op 1 juni in voor de toelichting op en discussie over het recent gepubliceerde artikel over een ontwikkeld cost-based prijsmodel voor mexiletine.
Mexiletine is een oud geneesmiddel dat opnieuw op de markt is gebracht. Onderzoeker Sibren van den Berg (Medicijn voor de Maatschappij, Amsterdam UMC) illustreert dat verschillende facetten een rol hebben gespeeld bij de berekening van de (reële) kostprijs:
-Aantallen patiënten (die we naar verwachting kunnen behandelen, die ook te bereiken zijn)
-R&D, waarbij o.a failure costs maar ook costs of capital een rol spelen
-Productie en overhead; een belangrijk element daarvan zijn de kosten van de grondstoffen
-Sales en medical informatie, waarbij het met name gaat over het regelen van de toelating van een medicijn in een land
-Winst.
Het meest van invloed op de prijs zijn de inschatting van de aantallen patiënten en de kosten van grondstoffen. Bij (de ontwikkeling) van nieuwe innovatieve producten is dat overigens heel anders.
Mathieu Tjoeng (ZonMw) complimenteert de onderzoekers. Want er lijkt hier een model ontwikkeld te zijn waarmee we concreet aan de slag kunnen en dus de prijzen van medicijnen die voor een nieuw doel worden ingezet, te beoordelen zijn. We zouden op basis hiervan een nieuwe regeling kunnen ontwerpen voor een ontwikkeling die zich steeds vaker voordoet (ook bij COVID recent).
Wim de Haart (VIG) bedankt voor de uitnodiging om als branchevereniging van de farmaceutische industrie ook op het onderzoek te reageren. Volgens hem past het model niet bij de bedrijfs- en financieringsmodellen van de innovatieve farmaceutische sector en is er een andere insteek nodig. Farmaceutische bedrijven opereren in internationaal verband en moeten heel veel geld vrijmaken voor ontwikkeling van medicijnen. Die kun je niet toerekenen aan één medicijn.
De voorzitter van de BOGIN, Jean Hermans, benadert de problematiek weer vanuit een ander perspectief. Ook hij is complimenteus richting de onderzoekers. Er is een interessant prijsmodel ontwikkeld waarvan de vraag is hoe het ons verder brengt? Gaat de drug repurposing daardoor een impuls krijgen? Er zijn nu veel generieke bedrijven die onderzoeken financieren. Maar door de huidige wet- en regelgeving bereiken de vindingen die daaruit voortkomen de patiënten maar moeizaam en komt een redelijke prijs niet tot stand. Hij daagt het ZIN en VWS uit een bijdrage te leveren rond deze problematiek. Anders is het model de zoveelste wetenschappelijke bouwsteen maar maken we geen meters.
Discussie
Onder leiding van Saco de Visser (ZonMw) wordt nader van gedachten gewisseld. Senior-auteur van de publicatie Carla Hollak (Medicijn voor de Maatschappij, Amsterdam UMC) reflecteert op de opmerkingen tot nu toe. Volgens haar zitten we met elkaar vast in problematische modellen en moeten we zoeken naar nieuwe routes. Dan kunnen we de handen ineen slaan en is geen reparatie (lees berekening en confrontatie) achteraf nodig. We zijn nadrukkelijk als platform bezig met beschikbaarheid te bieden als er problemen zijn. Als er een goed product is waarvan de samenleving zegt ‘deze prijs gaan we ervoor betalen’ zul je ons niet horen.
Lonneke Timmers, één van de andere co-auteurs, is werkzaam bij het Zorginstituut Nederland. Er zijn natuurlijk veel vraagstukken rond dure geneesmiddelen. Mexiletine was een opvallende casus. Het ZIN heeft aangegeven de prijs hoog te vinden in relatie tot de inspanning van de fabrikant. Met het ontwikkelde model in de hand kunnen we preciezer gaan kijken welk model in een specifieke situatie goed passend is.
Geopperd wordt dat cost-based prijsmodellen passend zijn voor hergebruik van medicijnen en value-based modellen voor de risicovolle ontwikkeling van innovatieve geneesmiddelen. Volgens Carla Hollak kan dat toch ook problematisch zijn want als we kijken naar nieuwe gentherapie waardoor mensen ineens 40 jaar erbij krijgen, zijn de prijzen gigantisch als we van value-based uitgaan.
Verder merkt één van de aanwezigen op dat een apotheekbereiding niet altijd de juiste (en meest betaalbare) oplossing is. Dat wordt beaamd. Van de zijde van de VIG wordt opgemerkt dat het belangrijk is om schouder aan schouder te werken en niet met de ruggen naar elkaar toe. Dan zijn ook de juiste afwegingen te maken, ieder vanuit z’n eigen rol en positie. Want er is geen sprake van one size fits all.
Waar iedereen het, afsluitend over eens is, dat de beschikbaarheid van geneesmiddelen voor zeldzame ziekten beter moet. Dat kan volgens Carla Hollak ook vergen dat we minder vanuit het bestaande krachtenveld redeneren, maar ons juist als organisaties met alle aspecten van dit proces gaan bemoeien. Saco de Visser stelt vast dat de discussie heeft laten zien dat het model daarin kan bijdragen omdat het de inzichtelijkheid van prijsstelling vergroot.